Optipluim | Duurtijd: 31/1/2020 - 30/7/2026
In het VLAIO-traject OPTIPLUIM wordt onderzoek gedaan naar optimale teelt van eiwithoudende gewassen voor pluimveevoeding binnen het Actieplan Alternatieve Eiwitbronnen. Het onderzoek richt zich op vlinderbloemigen in mengteelt met granen en optimalisatie van verwerkingstechnieken om antinutritionele factoren te reduceren. Precisievoeding wordt toegepast om prestaties, darmgezondheid en welzijn van pluimvee te verbeteren. De economische en milieu-impact van alternatieve eiwitstrategieën wordt berekend via levenscyclusanalyses. Verschillende werkpakketten omvatten verfijning van teelttechnieken, verwerkingstechnieken, eiwitverteerbaarheid, implementatie van concepten op praktijkbedrijven en kennisdisseminatie.
Athletic Chicks: Gezondheid -en welzijnseffecten van vroege voeding voor vleeskuikens I Duurtijd: 1/9/2022 - 1/9/2026
Een goede gezondheid en welzijn zijn cruciaal voor de weerbaarheid van vleeskuikens, vooral in de eerste levensdagen waar belangrijke fysiologische ontwikkelingen plaatsvinden. Het optimaliseren van de voedingsstrategie van jonge kuikens kan de gezondheid en welzijn verbeteren en het antibioticumgebruik verminderen. Nieuwere productiesystemen proberen in te spelen op de voedingsbehoeften van de kuikens. Ondanks de behoefte aan geoptimaliseerde voedingsprotocollen is de kennis over de effecten van vroege voeding echter nog ontoereikend. Het doel van dit project is wetenschappelijk gevalideerde protocollen te ontwikkelen voor een optimale implementatie van vroege voeding in de vleeskuikensector. BFA maakt deel uit van de gebruikersgroep.
Ewakuik: Energiebehoeftenormen voor pluimvee: optimalisatie I Duurtijd: 1/5/2024 - 1/5/2027 | Coock+ project
Dieren van nu hebben een heel andere genetica dan deze uit de jaren ’80. Niet alleen de productiviteit (groei, percentage borstfilet, voederconversie, legpersistentie) is sterk toegenomen, er werden ook meer robuuste lijnen ontwikkeld (trager groeiende vleeskuikens). Via selectie speelt men in op de maatschappelijke voorkeuren (dierenwelzijn, klimaat) waardoor de diversiteit binnen de rassen sterk toegenomen is. Bijkomende vragen zijn in welke mate de energiebehoeftenormen aangepast moeten worden en of er een onderscheid moet gemaakt worden tussen witte en bruine leghennen of snel – en trager groeiende vleeskuikens.
Naast de genetica evolueerde de laatste decennia ook de huisvesting en de methodiek van opkweken, met daarbij een toenemend belang van dierenwelzijn. Hierdoor krijgen de dieren vaak meer bewegingsvrijheid (lagere bezettingsgraad, niet-kooihuisvesting,…) en krijgen ze ook frequent toegang tot een meer natuurlijke buitenomgeving (vrije uitloop). Het project richt zich op het optimaliseren van energiebehoeftenormen voor pluimvee, gezien de veranderingen in genetica, huisvesting en productiemethoden in de huidige pluimveesector. Dit wordt onderzocht door literatuuronderzoek en dierproeven, met als doel kennis te verspreiden en te implementeren binnen de diervoedersector.