Diergezondheid


BFA en haar leden hechten veel belang aan een duurzame veehouderij waarbij de gezondheid en het welzijn van dieren centraal staan. De diervoedersector speelt hierin een belangrijke rol. Kwaliteitsvol, veilig en duurzaam voeder is immers een basisbehoefte van ieder dier. 

Door te blijven investeren in nieuwe technologieën en ontwikkelingen, deden we in de loop der jaren veel kennis op over wat onze dieren echt nodig hebben. Diervoederfabrikanten besteden daarom extra aandacht aan de nutritionele waarde van het voeder. Ook de samenstelling van het voer, de kwaliteit en duurzaamheid van grondstoffen en de vorm waarin het voer wordt toegediend zijn belangrijke elementen. 

Het voeder is een belangrijke factor in de ondersteuning van de gezondheid van een dier, toch kunnen externe oorzaken de gezondheid van dieren in het gedrang brengen. De preventie van dierziekten is dan ook prioritair. Bij ziekte uitbraken moet er snel en efficiënt gereageerd worden om verdere verspreiding te vermijden. Een eventuele behandeling moet op een verstandige manier gebeuren.  

Wist je dat?


Sinds maart 2023 staat Europa de vaccinatie tegen vogelgriep toe, waarbij elke lidstaat de ruimte krijgt om vaccinatie al dan niet te implementeren. In België wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn. 

Afrikaanse varkenspest


Afrikaanse varkenspest (AVP) is een zeer besmettelijke ziekte die veroorzaakt wordt door een asfivirus. Het virus zorgt voor ernstige symptomen bij varkens en wilde everzwijnen. 

Afrikaanse varkenspest wordt overgedragen via
  • rechtstreeks contact met geïnfecteerde varkens of everzwijnen;
  • onrechtstreekse overdracht door personen, materiaal, of voertuigen die in contact zijn geweest met het virus; 
  • teken.
Het sterftecijfer bij zieke dieren kan oplopen tot 100%. Daarnaast is het virus erg resistent en bestaat er nog geen behandeling. Voor mensen vormt  Afrikaanse varkenspest geen gevaar. 

Vogelgriep


Aviaire influenza (AI), ook wel vogelgriep of vogelpest genoemd, is een zeer besmettelijke virusziekte. Van het virus bestaan er veel verschillende subtypes.


Besmetting van pluimvee kan plaatsvinden via:

  • direct contact met zieke dieren;
  • blootstelling aan besmet materiaal, zoals mest of vuile kratten.;
  • Via de lucht is indirecte besmetting mogelijk, zij het alleen over relatief korte afstand.
Wilde (water)vogels zijn vaak virusdragers, zonder dat zij zichtbaar ziek zijn. Mest van deze dieren kan ongemerkt in de stal worden gebracht (bijv. via vuile schoenen) en zo een besmetting bij pluimvee veroorzaken.

BFA Protocol voor diervoederfabrikanten


Europese lidstaten moeten strikte maatregelen volgen zodra ze geconfronteerd worden met een uitbraak van bepaalde dierziekten (bv. Afrikaanse varkenspest en vogelgriep). Deze maatregelen zijn opgenomen in de Animal Health Law. Zo worden er in de besmette landen o.a. restrictiezones ingesteld, het vervoer en het contact met de besmette regio’s beperkt, en een verhoogde bioveiligheid ingesteld. Om het risico op insleep en verspreiding van ziekteverwekkers tot een minimum te beperken, is de correct handhaving van bioveiligheid van essentieel belang. 

Specifiek voor haar leden stelde BFA een hygiëne- en bioveiligheidsprotocol op dat geldt voor zowel vogelgriep als Afrikaanse varkenspest (zie schema hieronder). Afhankelijk van het dreigingsniveau wordt sectoraal bepaald welke fase van kracht is:
Fase 1 – standaard: geen dreiging
Fase 2 – dreiging: er zijn besmette wilde vogels of wilde everzwijnen in België of een buurland. Er is een besmetting op een pluimvee- of varkensbedrijf in een buurland. 
Fase 3 – crisissituatie: er is een besmetting op een pluimvee- of varkensbedrijf in België. 

Nuttige documenten

► BFA bioveiligheidsprotocol (Nederlands / Frans Duits)

► BFA Brochure over hygiënemaatregelen bij fase 2 & 3 (bijlage 1)

► BFA lijst van tank cleaning stations voor het reinigen en ontsmetten van vrachtwagens & verklaring reiniging en ontsmetting (bijlage 2)

► FAQ's bij vogelgriep (FAQ's bij vogelgriep)

Wat moet je doen bij een crisissituatie?


Bij een crisissituatie gebruiken we de kleurcodes groen, oranje en rood in het bioveiligheidsprotocol om zones en richtlijnen te verduidelijken. De kleurcodes binnen fase 3 werken op twee niveaus, nl, de aanvoer van grondstoffen & transport van het afgewerkt product; de levering van het voeder bij de veehouder. Per niveau handhaaft het instructies per afgebakende zone: buiten 10 km, binnen 10 km en binnen 3 km. Er zijn aparte richtlijnen voor bedrijfssites die binnen of buiten de zones liggen, en die al dan niet voeder produceren voor de besmette diergroep.


Bijv. bij een uitbraak van vogelgriep op een Belgisch landbouwbedrijf (= fase 3), moet een fabrikant die pluimveevoeder produceert én die in een straal van 10 km van het besmette landbouwbedrijf ligt, de instructies binnen code oranje volgen. 

Voor levering van voeder in Nederland zijn specifieke protocollen van kracht.