Dankzij de gedreven aanpak van BFA en haar leden geniet de Belgische diervoedersector van een solide reputatie inzake voedselveiligheid, kwaliteit en duurzaamheid. De hoogstaande producten die onze leden leveren zijn gegeerd in zowel binnen- als buitenland. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de diervoedersector een belangrijke bijdrage levert aan de handelsbalans van de Belgische landbouw.
Een zending van mengvoeders die verwerkte dierlijke bijproducten bevatten, moet vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat voor alle dierlijke bijproducten en/of afgeleide producten met een middelhoog risico waaruit het mengvoeder bestaat of waarmee het vervaardigd is, mits er een modelgezondheidscertificaat beschikbaar is. Voorbeelden hiervan zijn verwerkte dierlijke eiwitten, melk/melkproducten, gesmolten vet, e.a. Processed petfood en blikvoeder voor gezelschapsdieren vallen onder 'low risk'. Rauwe petfood en hondenkluiven vallen onder 'medium risk'.
Het grootste deel van de geproduceerde diervoeders besteden we aan onze eigen dieren. Zo wordt 92% van het varkensvoeder afgezet in eigen land, voor pluimvee- en rundvoeder ligt het percentage op zo’n 82%. Voor diverse voeders en voormengsels is de situatie echter omgekeerd: meer dan de helft van de geproduceerde producten is bestemd voor het buitenland.
De 10 meest producerende landen in Europa (EU-27) waren in 2023 goed voor de productie van zo’n 129,4 miljoen ton. Het aandeel van België is al 10 jaar stabiel, waardoor we steevast op de 7de plaats staan. Wat de verdeling betreft per diervoedertype, is België het best te vergelijken met Denemarken.
Alle kerncijfers van BFA zijn te vinden in het Statistisch Jaarverslag.